Raad eens hoeveel ik van je hou

Het maxi prentenboek 'Raad eens hoeveel ik van je hou' vertelt het verhaal van Hazeltje en Grote Haas. Een echte klassieker en een prachtig boek om cadeau te geven als kraamcadeau. 

'Grote Haas, kom eens hier met je oren.
Ik moet je iets héél belangrijks vertellen.
Raad eens hoeveel ik van je hou?'

Geef je het boek cadeau? Extra leuk is om het bijpassende knuffeltje Twine van Happy Horse mee te bestellen waarmee het kindje lekker kan knuffelen. 

Productspecificaties van het Raad eens hoeveel ik van je hou boek

• Auteur: Sam McBratney
• Afmeting: 39,5 x 34,8 x 1,3 cm
• Aantal pagina's: 28
• Aanbevolen leeftijd: vanaf 2 jaar

‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ is een prentenboek in maxiformaat dat het hartverwarmende verhaal vertelt van Grote Haas die Hazeltje naar bed brengt. Hazeltje wil Grote Haas heel graag vertellen hoeveel hij van hem houdt en doet dit onder andere door zijn liefde te vergelijken met hoe ver hij zijn armen kan uitstrekken en hoe hoog hij kan springen. Grote Haas weet hem natuurlijk iedere keer te overtroeven. Maar dan bedenkt Hazeltje iets dat zo ver is, dat Grote Haas vast niets kan bedenken dat nóg verder is. ‘Ik hou van jou tot aan de maan’ zegt Hazeltje. Grote Haas antwoordt: ‘Oh, dat is ver, dat is heel ver’. En terwijl Grote Haas de inmiddels heel erg slaperige Hazeltje toedekt, zegt hij: ‘Ik hou van jou tot aan de maan, en terug’.

De schrijver Sam McBratney

Sam McBratney werd in 1943 geboren in Noord-Ierland. Als kind had hij ooit tegen zijn moeder gezegd dat hij dichter wilde worden, iets wat binnen het gezin, waar boeken geen grote rol speelden, niet serieus werd genomen. Hij studeerde geschiedenis, waarna hij als leraar aan de slag ging in zowel het basis- als voortgezet onderwijs.

Tijdens zijn carrière als leraar, schreef McBratney verschillende boeken. Tegen de tijd dat hij in 1990 het leraarschap vaarwel zei om zich geheel aan het schrijven te kunnen wijden, had hij inmiddels 23 boeken op zijn naam staan. Deze boeken waren voornamelijk voor de jeugd en jongvolwassenen geschreven. Hij ontving literaire prijzen voor een aantal van deze boeken, maar de boeken werden nooit echte klassiekers.

‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ ontstond nadat zijn uitgever hem gevraagd had om een prentenboek te schrijven. Sam McBratney had hier eerder nooit over nagedacht, maar besloot het idee te omarmen. Het onderwerp van het boek kwam van een idee dat hij in een ander boek gebruikt had en waarvan hij dacht dat het heel geschikt zou zijn voor een prentenboek. Zijn bedoeling was een luchtig verhaal schrijven om een ouder en een kind samen plezier met een boek te laten beleven. McBratney ging de samenwerking aan met illustratrice Anita Jeram. Haar tekeningen van Grote Haas en Hazeltje zijn gemaakt met inkt en aquarelverf in lichte aardetinten. ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ verscheen in 1994. Sam McBratney verwachtte dat het boek na een jaar of vijf al niet meer te koop zou zijn.

Wereldwijd succes

De verwachtingen van de schrijver over de populariteit van het boek werden ruimschoots overtroffen. Het prentenboek over de liefde tussen Grote Haas en Hazeltje bleek mensen over de hele wereld aan te spreken en is inmiddels in 57 talen vertaald en meer dan 50 miljoen keren verkocht. Aan de schrijver werd tijdens een interview gevraagd of er, volgens hem, een bepaalde formule was voor het schrijven van een succesvol prentenboek. Hij antwoordde dat hij zich niet aan een formule hield, maar bij dit boek vooral probeerde om de interactie tijdens speciale momenten tussen een volwassene en een kind, zo eerlijk en mooi mogelijk te beschrijven.

Een prentenboek moet een emotie oproepen en mensen, zowel volwassenen als kinderen, moeten zich kunnen herkennen in de gevoelens van de hoofdpersonen. ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ beschrijft een situatie die de meeste ouders bekend voor zal komen. McBratney heeft zelf drie kinderen en put voor zijn prentenboeken dan ook regelmatig uit zijn eigen ervaringen als ouder.

Weinig woorden

Eén van de uitdagingen bij het schrijven van een prentenboek, is dat er met veel minder woorden dan in een gewoon boek, een verhaal verteld moet worden. De uitgever die McBratney gevraagd had om een prentenboek te schrijven, had hem gewaarschuwd dat dit geen eenvoudige taak was. Een gewoon jeugdboek kan wel zo’n 80000 woorden bevatten, ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ bevat er ongeveer 400, waar de schrijver een half jaar over deed. Een ander aandachtspunt is, volgens de schrijver, dat er heel goed over de namen van de hoofdrolspelers moet worden nagedacht. In een prentenboek voor jonge kinderen worden de namen heel vaak herhaald en dat betekent dat ze lekker in het gehoor moeten liggen.

McBratney koos voor Grote Haas en Hazeltje omdat hij hazen prachtige dieren vond en de namen goed klonken voor jonge kinderen. Ook wilde hij geen boek over beren maken. Er zijn al talloze prentenboeken over beren en hij zocht naar een alternatief. Later koos hij wel soms voor beren, zoals in het boek ‘Allemaal de liefste’, over een vader- en moederbeer met drie berenkinderen die zich afvragen wie papa en mama nou echt de allerliefste vinden.

Ook hier weer weet McBratney een onderwerp te kiezen dat voor velen gevoelens van herkenning oproept. De gezinssamenstelling van de berenfamilie is overigens hetzelfde als die van het gezin McBratney, de schrijver vertelt dat hij ook hier zijn eigen ervaringen heeft verwerkt in het prentenboek.

Blijvend succesvol

Het succes van ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ duurt voort. Inmiddels is er een toneelstuk en een film over gemaakt. En ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ heeft een vervolg gekregen. Het boek heet ‘Zullen we vriendjes zijn?’ waarin McBratney wederom een onderwerp beschrijft dat voor kleine kinderen, en hun ouders, heel herkenbaar is. Ook hier zijn de tekeningen gemaakt door Anita Jeram.

Tijdloos

‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ is een heerlijk boek om voor te lezen aan jonge kinderen tijdens bedtijd. Ondanks dat het boek al in 1994 verscheen, is het op geen enkele manier gedateerd. Het onderwerp en de beschreven gevoelens tussen een ouder en een kind, zijn tijdloos en ook de tekeningen van Anita Jeram zien eruit alsof ze gisteren gemaakt kunnen zijn. Dit verklaart waarschijnlijk waarom dit boek inmiddels behoort tot de klassiekers onder de prentenboeken.

Tot aan de maan en terug

De slotzin van ‘Raad eens hoeveel ik van je hou’ is, net als het prentenboek, wereldberoemd. ‘Ik hou van jou tot aan de maan en terug’ wordt bijvoorbeeld gebruikt op kaarten, in films en zelfs in andere kinderboeken. Van origine was het echter de zin die McBratney neerpende om Grote Haas het laatste woord te laten hebben in het gesprek met Hazeltje, van wie hij houdt, tot aan de maan en terug.